Ziekteverzuim betekent voor mij in de context van werk dat een werknemer vanwege ziekte zijn eigen werkzaamheden niet of niet meer volledig kan uitvoeren. Er zijn verschillende manieren van omgaan met ‘ziekte’ en uiteindelijk met ‘verzuim’, dit zijn onder andere:
- Ziek zijn en daardoor niet werken
- Ziek zijn en daardoor deels werken
- Ziek zijn en volledig aan het werk zijn
Positieve gezondheid
Dit laat al zien dat ziek zijn of een ziekte hebben niet automatisch betekent dat je verzuimt. Daarnaast roepen deze manieren van omgaan met ziekte en verzuim de vraag op wat ziekte en gezondheid dan precies is. Het antwoord hierop heb ik gevonden in de Positieve Gezondheid. En voor mij ligt binnen de Positieve Gezondheid ook de overduidelijke link tussen verzuim en duurzame inzetbaarheid. Positieve gezondheid gaat niet over de ziekte die iemand mogelijk heeft en richt zich niet op wat allemaal niet meer kan. Maar het is een bredere benadering, die bijdraagt aan het vermogen van mensen om met de fysieke, emotionele en sociale uitdagingen in het leven om te gaan. En om zoveel mogelijk eigen regie te voeren. Positieve gezondheid is uitgewerkt in de volgende zes dimensies:
- Lichaamsfuncties
- Mentaal welbevinden
- Zingeving
- Kwaliteit van leven
- Meedoen
- Dagelijks functioneren
Duurzame inzetbaarheid
En dit zijn allemaal aspecten die we ook terugzien als we het hebben over duurzame inzetbaarheid. Want duurzame inzetbaarheid is volgens Klink et al: ”Duurzame inzetbaarheid betekent dat werknemers in hun arbeidsleven doorlopend over daadwerkelijk realiseerbare mogelijkheden alsmede over de voorwaarden beschikken om in huidig en toekomstig werk met behoud van gezondheid en welzijn te (blijven) functioneren. Dit impliceert een werkcontext die hen hiertoe in staat stelt, evenals de attitude en motivatie om deze mogelijkheden daadwerkelijk te benutten.” Of in gewone taal: dat medewerkers in staat zijn om nu en in de toekomst kunnen blijven werken, of dat nu in hun eigen of ander werk is. En dat ze dit kunnen doen zonder dat het hun gezondheid of welzijn nu of in de toekomst schade toebrengt. En liever nog zeg ik dat werk zelfs bij moet dragen aan je gezondheid of welzijn, door zelfontplooiing en ontwikkeling.
Tegelijkertijd loopt iemand die niet duurzaam inzetbaar is, meer risico om nu of in de toekomst langdurig uit te vallen. Oorzaken hiervoor kunnen gelegen zijn in bijvoorbeeld leefstijl (ongezond leven waardoor ziektes op kunnen treden) of misschien wel in het niet mee kunnen komen met ontwikkelingen op het werk omdat er weerstand zit tegen het leren van nieuwe dingen met overbelasting tot gevolg.
Kortom, als je niet duurzaam inzetbaar bent loopt je meer kans op ziekteverzuim. En als je verzuimt, ben je niet duurzaam inzetbaar.
Van verzuimdenken naar inzetbaarheidsdenken
Wat je aandacht geeft, groeit. Door alleen te focussen op ziekteverzuim, hier heel rigide in te handelen en in gesprekken met medewerkers alleen daarop te richten, ontstaat er een negatieve spiraal. Een open blik en het voeren van echt goede gesprekken met oprechte aandacht voor de ander en zonder waardeoordelen kunnen leidinggevenden helpen om juist het gesprek over duurzame inzetbaarheid aan te gaan. Dan gaan mensen hun eigen kansen en mogelijkheden zien, in plaats van alleen de mogelijke beperkingen die ze hebben. En dat is belangrijk omdat ziek zijn, of een aandoening hebben, niet altijd betekent dat er geen mogelijkheden zijn voor werk. Zo ontstaat er ruimte voor het denken in termen van inzetbaarheid, in plaats van ziekteverzuim.